Het Kabouterfeest
Het was herfst in
het grote bos
En het was erg druk
bij de kaboutertjes,
want ze vierde
altijd in Oktober
het grote Herfst
Feest
Er werd dan gebakken
en lekkernijen
gemaakt voor de
grote feestavond
Alle kabouterkindjes
wilde graag mee
helpen, maar ze
liepen erg in de weg
"Gaan jullie maar in
het bos hout zoeken"
sprak een van de
kaboutermoeders
"Hier kunnen jullie
toch weinig doen"
"Ja' riep kabouter
Plom dan zorgen wij
dat er dit jaar het
grootste
kampvuur is wat er
ooit geweest is.
Zingend en joelend
liepen ze het bos
in.
De grote kabouters
liepen voorop en de
kleintjes er
achteraan.
Midden in het bos
was een grote open
plek waar kleine
struiken en boompjes
stonden.
De wind had er
allemaal takken af
gewaaid en de grond
lag bezaaid met
grote en kleine
takken.
Hier gaan we takken
rapen" riep Plom
Ja"riepen de
kaboutertjes en ze
holde alle kanten op
om maar zo veel
mogelijk hout bij
elkaar te sprokkelen.
Puck, de kleinste
van het hele stel
liep met allerlei
kleine takjes te
slepen ,hij was nog
erg klein en kon nog
niet van die grote
takken mee slepen.
maar hij probeerde
toch om te helpen.
"Je doet het niet
goed" riep Plom ;je
moet veel grotere
takken meeslepen.
"Ik doe mijn best:
riep Puck,, en hij
trok aan een zware
tak.
"Dat lukt je toch
niet" schreeuwde
Plom, hij wilde
graag de baas spelen
en de andere
kaboutertjes waren
een beetje bang voor
hem.
Plotseling begon
Plom te schreeuwen
tegen Puck "Ga weg
we hebben hier niks
aan je, je loopt
alleen maar in de
weg!
Plom liep naar hem
toe en gaf hem een
duw,
Puck viel bijna op
de grond, verbaasd
en een beetje
verdrietig keek hij
Plom aan
Die nog harder naar
hem begon te
schreeuwen.
Alle kaboutertjes
bleven staan kijken
ze vonden het toch
wel zielig voor Puck
dat Plom zo tegen
hem mopperde.
Ga weg zei Plom.
Verdrietig liep Puck
weg.
Hij deed zijn best
en nog was het niet
goed.
Hij liep naar de
beek, het water was
flink gestegen want
het had al een paar
dagen geregend. bij
een grote boom ging
hij zitten en keek
naar het water.
"Ik ga proberen een
vis te vangen" dacht
hij
Bij dat idee werd
hij vrolijk. hij
zocht een lange stok
en bond er een
touwtje aan van een
veiligheidsspeld die
hij nog aan zijn
mouw had zitten
maakte hij een
haakje.
Hij ging aan de rand
van de beek zitten
en met zijn
eigengemaakte hengel
begon hij te vissen
maar hij vond het
alleen niet zo leuk
Ondertussen hadden
de andere
kaboutertjes al een
groot kampvuur bij
elkaar gesprokkeld
"Laten we nu wat
anders gaan doen "riep
kabouter Plom
Hij liep het bos
verder in en de
andere liepen achter
hem aan.
Zo kwamen ze ook bij
de beek en ze zagen
Puck een eindje
verder zitten vissen.
"Ha ha" riep Plom.
"Zit je hier "
Hij nam een grote
stap om bij Puck te
komen, hij had geen
erg dat de oever erg
glad was van het
opspattende water en
dat hij goed moest
kijken waar hij liep.
Opeens gleed Plom
uit en hij rolde in
de beek. alle
kaboutertjes
begonnen te
schreeuwen.
"Help help ,Plom is
in het water
gevallen straks
verdrinkt hij nog ."
Door het gespartel
van Plom dreef hij
steeds verder van de
kant af en hij ging
ook al een paar keer
kopje onder.
Puck keek op van al
dat geschreeuw.
Vlug pakte hij zijn
eigengemaakte
hengeltje en zwaaide
het naar Plom.
"Pak beet Plom "riep
hij
Plom probeerde het
hengeltje te pakken
maar hij miste.
Puck zwaaide met een
grote haal het
hengeltje weer naar
Plom die net
proestend weer boven
kwam ,
Het haakje bleef in
zijn jasje hangen en
Puck begon hem naar
de kant te trekken ,puffend
en hijgend lukte
het.
Even later stond
Plom op de oever.
Alle kaboutertjes
begonnen te juichen.
Puck trok zijn jasje
uit en trok het bij
Plom over zijn
schouders.
"Zo Plom en nu vlug
naar huis ,anders
word je nog ziek;
zei Puck.
Rillend liep Plom
terug alle andere
kaboutertjes holde
om hem heen.
"Wat goed van Puck ,dat
hij je eruit gehaald
heeft " riepen ze
'Hij is een held, en
jij deed nog wel zo
onaardig tegen hem.
"
Zo kwam de hele
optocht weer in het
dorp aan .....
Alle grotere kwamen
op het kabaal af dat
ze maakte
"Wat is er gebeurd;
"Puck heeft Plom
gered ,anders was
hij verdronken "
riepen ze in koor.
Gauw naar huis en in
bad" zei de moeder
van Plom " anders
krijg je nog
longontsteking en
zijn we verder van
huis, dank je wel
Puck ,dat je zo
dapper bent geweest.
"
Ze gaf Puck een kus
.
Die was helemaal
beduusd van alle
drukte die iedereen
er van maakte.
Hij vond dat hij
niks bijzonders had
gedaan.
"Vanavond ben jij de
eregast op het grote
feest" sprak de
kabouter
burgemeester;
"Je bent een
voorbeeld voor
iedereen "
"Ja Ja " riepen ze
allemaal door elkaar;
"dat heb je verdiend"
"Ja Puck" sprak Plom'"
als jij er niet was
geweest was ik vast
verdronken ,ik ben
nog wel niet zo
aardig tegen je
geweest."
"Ach "zeiPuck een
beetje verlegen;"
dat iedereen toch
gedaan! "
"Misschien wel" zei
Plom "maar jij bent
zo dapper geweest. "
"Kom "zei de
kabouter
burgemeester; "we
gaan nu feest vieren
op de goede afloop
en omdat we het
Herfstfeest vieren;
"Ja " riepen ze
allemaal.
Zo gingen ze in
optocht naar de open
plek .
Alle tafeltjes en
stoeltjes stonden al
klaar en er stonden
allerlei lekkere
dingen op de tafels
Weldra was het een
gezellige boel, de
kaboutertjes zongen
en danste dat het
een lieve lust was.
Puck zat vooraan en
genoot met volle
teugen, hij vond het
een schitterend
feest.
Plom kwam er ook bij
en hij schaamde zich
dat hij zo lelijk
tegen Puck had
gedaan.
Toen het grote
kampvuur werd
aangestoken zorgde
hij dat Puck een
mooi plekje had om
te kijken.
"ik zal je nooit
meer plagen Puck;
zei hij
'Laten we vrienden
wezen;" zei Puck ;"Dat
is veel leuker dan
vervelend doen, en
je maakt veel meer
pret "
En zo gebeurde het
ook. .....
Plom plaagde de
andere kaboutertjes
niet meer en ze
beleefde met elkaar
nog een hoop
avonturen.
|