OLIEBOLLEN.

1 kilo tarwebloem
1 liter water
20 gram zout
50 gram suiker
80 gram gist
10 gram kaneel
enkele druppeltjes citroensap
200 gram rozijnen
100 gram verse appelstukjes(als je dat lekker vind)


Los het gist op in het water en meng het kort.
Doe de bloem erbij en meng het beslag kort met een mixer op de laagste stand.
Werk de vulling erdoor en laat het beslag 45 minuten (en niet korter!!) op een warme plaats rijzen.
Voorkom uitdroging door een vochtige theedoek over de kom te leggen.
Denk erom dat het beslag behoorlijk rijst, gebruik dus een ruime kom of nog liever een schone emmer.
Schep het beslag met een lepel of ijsknijper in olie van 180 graden Celsius.
Als u een frituurpan gebruikt, zet deze dan op 190 graden!
Bak ze ca. 6 minuten
Ververs de olie regelmatig.



Oma`s oliebollen.

1 kilogram bloem
1 liter lauwe melk
80 gram gist
80 gram (zachte) boter
50 gram witte basterd suiker
20 gram citroensap
10 gram zout
3 eieren
zonnebloemolie voor het frituren
75 gram krenten
100 gram rozijnen
100 gram bigarreaux (gekonfijt fruit) in stukjes
200 gram appel (goudrenetten)


Laat allereerst de krenten en de rozijnen een paar uur zwellen in wat lauwwarm water.
Maak daarna de appelen in kleine blokjes van ca. 3/4 cm.
Laat in de tussentijd de krenten en rozijnen even in een zeef uitlekken.
Voeg nu de krenten, rozijnen en appelstukjes samen.
Los de gist op in de lauwe melk.
Doe de bloem in een zeer royale kom en maak een kuiltje in het midden,
voeg de boter en suiker toe in dat kuiltje en meng langzaam draaiend de melk door de bloem,
totdat een mooie gladde massa ontstaat.
Voeg de citroensap en de garnituur toe, roer het geheel even door elkaar en voeg als laatste het zout toe,
meng nogmaals even goed door om het zout door het deeg te verdelen.
Laat het geheel nu ca. 30 minuten op een temperatuur van ca. 30 graden rijzen.
Let dus wel op, dat u de kom groot genoeg gekozen hebt, daar u anders het gevaar loopt, dat het letterlijk de pan uit rijst.
Oma gebruikte dan ook een emmertje en dekte deze af met een schone theedoek en liet deze achter de kachel rijzen.
Na ca. 30 minuten sloeg zij het deeg neer en liet het nogmaals omhoog komen.
Daarna werd het geheel nog eens goed doorgeroerd en kon het afbakken beginnen in olie van circa 175 graden.
Zij gebruikte daarvoor een natgemaakte juslepel, maar ik beveel indien u deze bezit een ijsbollenschep aan,
die uiteraard ook even natgemaakt dient te worden.
Bak steeds zoveel bollen, dat ze nog ruim door de pan zweven.
Laat de oliebollen even uitlekken in een vergiet met eventueel een stuk keukenpapier.
Serveer de oliebollen, op een voorverwarmde schaal met wat poedersuiker.



Appelflappen


50 g suiker
2 el bloem
1 mespunt kaneel
1 mespunt nootmuskaat
12 plakjes diepvriesbladerdeeg
grote, lichtzure appel (bijv. Boskoop)
1 el citroensap


De suiker, de gezeefde bloem, de kaneel en de nootmuskaat in een schaal doen en goed door elkaar mengen.
De bevroren bladerdeegplakjes naast elkaar laten ontdooien.
De appel wassen, in vieren snijden en het klokhuis verwijderen.
De partjes grof raspen.
Mengen met het citroensap en aan het bloem-suikermengsel toevoegen.
Goed mengen.
De oven voorverwarmen op 180 C.
Een bakplaat met bakpapier bedekken.
1 el appelvulling op het midden van ieder plakje leggen.
De randen bestrijken met een beetje water.
Vervolgens elk plakje dubbelklappen tot een driehoek en hierbij de randen goed aandrukken.
De appelflappen op de bakplaat leggen.
In de oven (gas 2-3 ; hetelucht 180C) in |1 20-25 mingoudbruin bakken.
Laten afkoelen op een keukenrooster.



Appelflappen


8 plakjes diepvriesbladerdeeg
5 appels
2 eetlepels witte basterdsuiker
1 theelepel kaneel
1 theelepel geraspte citroenschil
1 eetlepel maïzena
25 gram rozijnen
2 gemberbolletjes
1 ei losgeklopt met 1 eetlepel melk
bruine basterdsuiker of rietsuiker
abrikozenjam


Verwarm de oven voor tot 220ºC.
Laat de plakjes deeg ontdooien.
Schil de appels, steek de klokhuizen eruit en snijd ze in heel kleine stukjes.
Meng ze in een kom met suiker, kaneel, citroenschil, maïzena, rozijnen en de in kleine stukjes gesneden gember.
Beleg de helft van de bladerdeegplakjes met de appelvulling, maak de randen van het deeg vochtig
en klap de lapjes schuin dubbel zodat driehoekjes ontstaan.
Druk de randjes goed aan en bestrijk elk flapje met het losgeklopte ei.
Leg ze op een ingevette bakplaat en bestrooi de flapjes met bruine basterd- of rietsuiker.
Bak ze gaar en lichtbruin af in ongeveer 25-30 minuten in de oven.
Bestrijk de appelflappen uit de oven met abrikozenjam en serveer eventueel met vanillesaus.



Appelbeignets.


1 appel per persoon (Goudreinet, Boskoop, enz.)
1 eetlepel suiker
1 eetlepel rum
Voor het deegbeslag:
- 100 g bloem -
1 ei -
1 eetlepel olie
1 theelepel suiker -
1/2 glas melk -
1 snufje zout


Bereiding van het beslag:
Doe de bloem in een kom. Maak in het midden een kuiltje waarin u het ei, de olie, de suiker en het zout doet.
Meng dit goed en giet er voorzichtig de melk bij om een goed gebonden en glad deeg te krijgen.
Schil de appelen, verwijder het klokhuis.
Snijd ze in schijfjes van ongeveer één centimeter dik.
Leg de appelschijfjes een half uur in een mengsel van suiker met rum.
Zet de friteuse aan. Laat het mandje zakken.
Rol de appelschijfjes dan één voor één door het beslag en doe ze in de hete olie
Bak niet meer dan 4 à 5 appelflappen tegelijk.
Laat de appelflappen uitlekken en leg ze op een met absorberend keukenpapier beklede schotel.