Ezeltje Strek je , , ,

 

Er was eens een kleermaker met drie zoons.
Op een dag was er niet genoeg werk meer in de kleermakerij.
Daarom zei de vader: "Jongens, jullie moeten maar een ander vak gaan leren".
"Meubelmaker", "dat lijkt mij wel wat"  zei de eerste zoon. "
Molenaar, dat lijkt mij wel iets voor mij", zei de tweede zoon.
"Okee, dan wordt ik timmerman", zei derde  zoon.
 Zo trokken de drie zonen de wijde wereld in om een baas te vinden.

 Toen de eerste zoon drie jaar hard gewerkt had bij een meubelmaker, zei deze op een dag: "Het is tijd om voor jezelf te beginnen.
En omdat je zo je best hebt gedaan, krijg je van mij dit tafeltje".
De meubelmaker zag dat de jongen niet blij was.
"Let op jongen", zei hij.  "Als je roept 'Tafeltje dek je!',
dan verschijnen er de lekkerste hapjes en drankjes op deze tafel".


De jongen bedankte de meubelmaker voor de tafel, en hij vertrok naar huis.
 Na enkele uren kwam hij aan bij een herberg.
"Kan ik hier slapen en wat eten", vroeg de hij.
"Slapen wel", zei de herbergier, "maar eten niet. Al het eten is op".
"Geen probleem hoor", zei de jongen en hij toverde een warme maaltijd op tafel.
 "Ongelooflijk" dacht de herbergier. "
Vannacht ruil ik die tafel om met een oude tafel uit de herberg, dan hoef ik nooit meer te koken".
En zo kwam de jongen thuis  met een oud, waardeloos tafeltje.
Toen hij  thuis "Tafeltje dek je" riep, gebeurde er niets....
Intussen bij de molenaar had de 2de zoon ook het vak geleerd en het was ook voor hem tijd om naar huis terug te keren.
De molenaar zei "Omdat je zo je best hebt gedaan, krijg je van mij deze ezel".
De jongen dacht nog "wat moet ik met deze kleine ezel?", toen de molenaar zei: "Als je 'Ezeltje strek je!' roept, rollen er 100 gouden Florijnen onder zijn staart vandaan".
Hiermee kan ik voor de rest van mijn leven voor onze vader zorgen!" riep de jongen blij, en ook hij vetrok naar huis.
De volgende dag bereikte de jongen de herberg.
"Eerst betalen", zei de herbergier, "want ik vertrouw niemand".
"Ik heb geld genoeg hoor", zei de jongen, "laat me even alleen met mijn ezel".
Door een spleet in de staldeur zag de herbergier dat de jongen zomaar 100 Florijnen vanonder de staart van de ezel opving.
"Wat... geloof mijn ogen niet", dacht de herbergier.
's nachts verwisselde de herbergier de ezel met een gewoon ezeltje.
De volgend dag vertrok de tweede zoon ook naar huis.
Toen deze thuis kwam, merkte hij al gauw dat hij door de herbergier bestolen en bedrogen was!

De derde zoon was nog in de leer bij een ervaren timmerman.
Hij ontving een brief van zijn vader, waarin hij uitlegde wat er met zijn twee broers gebeurd was.
De derde zoon vertelde het verhaal aan zijn baas, de timmerman.
"Zo, dus je broers zijn beiden  bestolen in de herberg", zei hij. "Ik ken die herbergier, het is een bedrieger".
"Kijk eens", zei de timmerman tegen de derde zoon, en hij gaf hem een zak met een houten knuppel.
"Als iemand je kwaad doet, dan roep je 'Knuppel uit de zak!' en dan krijgt de slechterik een pak op zijn broek van de knuppel".
De jongen bedankte de timmerman voor zijn hulp, en hij vertrok naar de herberg.


"U wilt hier slapen en eten?", vroeg de herbergier.
"Ik heb het beste voedsel in huis" zei hij tegen de derde zoon.
"Maar niet zo'n waardevolle schat als in deze zak", zei de jongen.
De herbergier, die nieuwsgierig was wat voor schat dat dan wel was, sloop die nacht de kamer binnen in de herberg waar de zoon sliep.
Maar de jongen sliep niet, hij deed net alsof.
Toen de herbergier de zak wilde stelen, riep hij "Knuppel uit de zak!" en de herbergier kreeg er flink van langs van de knuppel.
"Au, au, stop, help me dan!" riep de herbergier.
"Alleen als je mij de wonderezel en de wondertafel terug geeft!" riep de derde zoon.
"Je krijgt ze terug",  kreunde de herbergier, "stop nu die knuppel alstublieft weer in die zak".
 
Toen de derde zoon thuiskwam met de tafel en de ezel was het groot feest!
De familie was weer herenigd, en hun vader hoefde zich geen zorgen meer te maken:
het eten werd verzorgd door het wonderlijke tafeltje,
de aankopen werden gedaan met de Florijnen die de ezel tevoorschijn toverde.
En als iemand de tafel of de ezel wilde stelen, kwam de knuppel uit de zak...