Suikers kunnen op diverse wijze worden
ingezet als natuurlijk conserverende stof.
Enkele voorbeelden van het conserveren door
middel van suiker zijn:
Jam / confiture
De vruchten worden geheel of in stukken
gesneden, al dan niet gepeld, ontpit of
afgeritst,
afhankelijk van de vruchtensoort.
Aan de vruchten wordt een gelijke
hoeveelheid suiker toegevoegd.
Zowel geleersuiker als kristalsuiker zijn
geschikt.
Dit is afhankelijk van het pectine- en
zuurgehalte van de vrucht.
Gelei
Zure vruchten zoals aalbessen, frambozen of
appelen worden geperst.
Het sap wordt vervolgens gemengd met een
even grote hoeveelheid suiker.
Ook in dit geval kan zowel geleersuiker als
kristalsuiker worden gebruikt.
Vruchtenpasta
De gebruikte vruchten worden gereduceerd tot
puree.
Hierna wordt suiker toegevoegd en laat men
het geheel indampen tot een compacte
structuur ontstaat.
Gekonfijte vruchten
Vruchten worden “gekonfijt” door ze
herhaaldelijk in een geconcentreerde
suikerstroop te dopen.
Vruchten in siroop
In weckpotten worden vruchten overgoten met
kokende siroop.
Hierdoor steriliseert het fruit.
De hoeveelheid tijd die dit kost is
afhankelijk van de vruchtensoort.
Neem een half kilo suiker en een gelijke
hoeveelheid water.
Breng deze aan de kook en let erop dat de
siroop helder blijft.
De driekwart liter siroop die ontstaat is
genoeg voor drie weckpotten van een liter.
Vruchten in alcohol
Indien vruchten op alcohol worden bewaard
dan wordt suiker toegevoegd voor het behoud
van de smaak en de stevigheid van de
vruchten.
Het beste resultaat wordt verkregen wanneer
het suikergehalte even hoog is als het
alcoholgehalte.
Aan één liter drank met 40% alcohol wordt
dan 600 gram fruit en 400 gram suiker
toegevoegd.
Fruit konfijten
Ingredienten
Stevig rijp gaaf fruit
water
625 gram poedersuiker voor elke 450 gr fruit
Prepareer de vruchten: prik abrikozen,
pruimen en kumquats overal in;
haal de pit uit kersen; pel citrusvruchten (behalve
kumquats),
verdeel ze in partjes en verwijder al het
wit en vel;
schil peren, appels en perziken en snijd ze
eerst door en dan in dikke plakken;
verwijder de zwarte ogen en harde kern van
ananassen en snijd ze in ringen of stukjes.
Doe het fruit in een pan.
Voeg zoveel kokend water toe dat het
onderstaat en kook het fruit afgedekt op
laag vuur zacht.
Bij zacht fruit duurt dat 2-3 minuten, bij
stevig fruit 10-15 minuten.
Schep met het schuimspaan het fruit uit de
pan in een kom;
de hete vloeistof blijft achter in de pan.
Meet 3 dl van de vloeistof af voor elke 450
g fruit en schenk het in een pan.
Voeg 175 g suiker toe en verhit de siroop
zachtjes en al roerend tot de suiker is
opgelost.
Draai het vuur hoger en breng de siroop aan
de kook.
Schenk de hete siroop op de vruchten en zet
de kom afgedekt één dag koud weg.
Haal de volgende dag het fruit uit de kom.
Schenk de siroop in een pan, voeg 50 g
suiker toe en los die boven een laag vuur al
roerend op.
Draai het vuur hoger, breng de siroop aan de
kook, haal de pan van het vuur en voeg het
fruit toe.
Zet de pan afgedekt weer en dag koud weg.
Doe dit vijf dagen lang zodat de siroop
steeds geconcentreerder wordt.
Schep na de vijfde dag het fruit van de pan
in een plastic of glazen kom.
Los boven laag vuur 6 eetlepels suiker op in
de siroop.
Schep het fruit nogmaals terug in de pan en
laat alles 3-4 minuten zachtjes sudderen.
Schenk fruit en siroop in de kom en zet die
afgedekt twee dagen koud weg.
Voer deze laatste stap nog één keer uit,
maar laat het fruit nu vier tot veertien
dagen staan.
Haal de vruchten met een tang uit de siroop
en leg ze voorzichtig op een in een bakplaat
gezet rooster te drogen.
Maak een soort bolle overkapping van
aluminiumfolie tegen stof die de vruchten
niet raakt.
Laat het fruit twee tot drie dagen op een
warme plaats staan en keer alle vruchten
twee tot drie keer tot ze allemaal volledig
droog zijn.
Bedekt een bak met bakpapier, leg er een
laag fruit op, dek die af met bakpapier.
Ga zo door tot het fruit op is.
Gekonfijte Citroen
1 sinaasappel
1 citroen
1 limoen
1 kilo suiker
Werkwijze
Gebruik bij voorkeur onbehandelde
citrusvruchten, meestal verkrijgbaar op de
biologische markt.
Mocht je die niet kunnen krijgen boen dan
het fruit goed schoon met een borstel.
Snijd het fruit in dunne plakken.
Gebruik een ruime pan en los daarin de
suiker op met 1 liter op een middelmatig
vuur.
Leg de plakken sinaasappel, citroen en
limoen in de suikerstroop en laat ze
ongeveer 10 minuten zachtjes pruttelen.
Laat vervolgens het fruit in de suikerstroop
afkoelen en zet het geheel daarna voor 24
uur op een koele plek (maar niet in de
koeling) weg.
Haal de plakken fruit uit de suikerstroop en
leg ze op een rooster,
laat ze 1 uur uitlekken.
Haal de plakken fruit vervolgens door de
witte basterdsuiker en leg ze daarna op een
laag keukenpapier en laat ze nog 3-5 uur
drogen.
Het fruit moet dan helemaal droog en hard
zijn.
Bewaar het gekonfijte fruit in een trommel
tussen laagjes bakpapier.
Gemberstroop
300 gram gemberwortel, geschild
2 kilo suiker
1 1/2 liter water
2 eetlepels citroenzuur
Rasp de gember.
Breng het water met de suiker aan de kook.
Voeg als de suiker is opgelost de gember toe
en laat 20 minuten op uiterst laag vuur
konfijten.
Neem de pan van het vuur, leg het deksel op
de pan en laat de siroop 24 uur staan.
Voeg het citroenzuur toe, roer goed en doe
de siroop in schone glazen
flessen, sluit de flessen af en bewaar ze op
een koele, donkere plaats.
I.p.v. raspen kunnen er ook bolletjes uit de
gemberwortel worden gestoken, die moeten
ca.45 minuten (afhankelijk van de grootte en
de versheid van de gemberwortel) konfijten
tot ze zacht en glazig zijn.
Het konfijten gebeurt dus in een
oververzadigde suikerstroop
Geconfijte citrusschillen
4 onbewerkte biologische citroenen
of
5 onbewerkte biologische limoenen
of
3 onbewerkte biologische (bloed-)sinaasappels
200 gr suiker
Schil de vruchten met een goed scherp mesje
en probeer de schillen zo lang en dun
mogelijk te maken.
Breng ruim water aan de kook en leg de
schillen daar ca 5 minuten in.
Giet ze dan af.
Herhaal dit nog 3 keer. Gebruik elke keer
vers water.
Verwarm de suiker met 3 dl water.
Laat de suker langzaam oplossen.
Laat de siroop dan aan de kook komen en laat
ze ca 10 minuten inkoken.
Hier laat je de schilletjes 10 minuten in
koken.
Laat de schillen in de siroop afkoelen.
Laat ze uitlekken en laat ze op bakpapier
drogen.
Bestrooi ze met nog meer suiker.
Boerenjongens
500 g rozijnen
200 g witte of donkere kandij
250 cc water
6 cm pijpkaneel
6 kruidnagels
1 liter brandewijn.
Was de rozijnen in warm water.
Laat ze goed uitlekken.
Kook het water met de kandij, de kaneel en
de kruidnagelen, doe er de rozijnen bij
Laat deze op een zacht vuurtje "opzwellen".
Doe dan de rozijnen in flessen.
Laat de kandijstroop nog even inkoken en
giet deze koud over de rozijnen.
Giet tenslotte de brandewijn er overheen,
sluit de flessen en laat ze drie maanden
staan.
Peren in Rum
Schil de peren.
Doe dit snel om verkleuring
te voorkomen.
Of sprenkel er citroensap
overheen.
Snij de peren in schijfjes
Stapel de schijfjes als een waaier in de
pot.
Strooi suiker over de peren.
Giet rum in de pot. Zorg dat de pot tot 2,5
cm onder de rand gevuld wordt.
Doe de deksel op de pot. Zo rond de
kerstdagen kan de pot weer open.
En dan is het: heerlijk smullen.
Dit kan met andere of verschillende vruchten
worden gedaan.
Pruimen op Armagnac
500 g kleine pruimen
250 g donkere kandij
1 dl water
1 stokje kaneel
4 kruidnagels
3/4 l Armagnac.
De kandij met het water aan de kook brengen
en de kandij laten oplossen.
De pruimen wassen, in een zeef leggen en de
zeef 3 minuten in kokend water hangen.
De zeef uit het water nemen en de pruimen
goed laten uitlekken.
De afgekoelde pruimen in een pot van 1,5
liter scheppen en de kruiden ertussen leggen.
De suikerstroop en de Armagnac toevoegen.
De pot sluiten en minstens een maand laten
staan.
Perzikken op rum
1 kg perziken
400 g donkere kandij
2 dl water
4 kruidnagels
7 1/2 dl bruine rum.
De perziken tien tellen in heet water
dompelen, ontvellen, ontpitten en in partjes
snijden.
3 perzikpitten met notenkraker kraken.
De kandij met het water aan de kook brengen
en laten oplossen.
Hierin de perzikschijfjes 2 minuten laten
pocheren (dus niet koken).
De schijfjes met een schuimspaan uit de pan
halen.
Boven de pan laten uitlekken en in een
inmaakpot van 2 liter leggen.
De kruidnagels en de gekraakte pitten
toevoegen.
Het suikerstroopje inkoken tot 4 dl, iets
laten afkoelen en over de vruchten gieten.
Het geheel laten afkoelen en de rum
toevoegen.
De pot sluiten en minstens 4 weken laten
staan.
Lemoncurd
1 1/2 dl citroensap
2 dl water
500 g Van Gilse Geleisuiker
3 eierdooiers
25 g boter
In een pan het citroensap, het water en de
geleisuiker met elkaar vermengen.
Het mengsel al roerend aan de kook brengen
en 4 minuten goed borrelend laten koken.
Intussen in een kom de dooiers goed
loskloppen.
De hete citroenjam direct in een dun
straaltje door de eierdooiers kloppen.
De boter in enkele stukjes verdelen en ook
erdoor kloppen.
De curd direct in schoongemaakte potten
schenken en de potten direct sluiten
De curd is beperkt houdbaar,koel bewaren.
Kersenlikeur
200 g stevige kersen
200 g Van Gilse Witte Kandij
1 kaneelpijpje
1 hele kruidnagel
1/2 sinaasappelschil
1 l brandewijn
Kersen wassen, drogen en ontpitten.
Kersen met kandij, kaneelpijpje, kruidnagel,
sinaasappelschil
en een paar schoongemaakte kapotgeslagen
kersenpitten in een inmaakpot van 1 1/2liter
doen.
Brandewijn erop schenken. De kersen moeten
minimaal 2 cm onder de vloeistof staan.
De pot goed afsluiten en 6 tot 8 weken laten
staan.
Eenmaal per veertien dagen de pot schudden,
zodat alle kandij oplost.
De likeur door een doek zeven en in
schoongemaakte flessen schenken.
Likeur nog minstens een maand laten staan
Rumtopf
Rum
Verse seizoenvruchten
Suiker
Glazen pot pot met wijde hals
Voor het maken van een ouderwetse rumtopf is
allereerst nodig een glazen pot met een
wijde hals en een inhoud van minstens 3
liter
Deze pot wordt steeds gevuld met verse
vruchten van het seizoen, met suiker en
bruine rum.
Doe steeds gelijke hoeveelheden vruchten en
suiker in de pot.
Aan 500 gr aardbeien wordt 500 gr suiker
toegevoegd
En aan 500 gr mandarijnen weer 500 gr suiker.
Voeg steeds zoveel rum toe dat de vruchten 2
cm onder staan.
Begin met de eerste vruchten van het seizoen
Komen er weer nieuwe vruchten, dan komen
deze er weer op in de pot.
Zo komt er iedere keer een laag bij
Laat de rumtopf in elk geval 6 weken na de
laatste laag op een koele plaats staan zodat
de inhoud de tijd krijgt om op smaak te
komen.
Tips:
In plaats van een glazen pot zijn er ook
speciale aardewerken potten met deksel
verkrijgbaar.
Kies gave rijpe vruchten maar geen overrijpe.
Verwijder zoveel mogelijk de pitten.
Serveer de rumtopf met halfstijf geslagen
slagroom, ijs, vanille-of griesmeelpudding.
Lekker bij cake, pannenkoeken of als
dessert.
Boerenmeisjes
500 g verse of 300 g gedroogde abrikozen
300 g witte of donkere kandij
250 cc water
1 liter brandewijn.
De gedroogde abrikozen in warm water wassen,
Na uitlekken ongeveer 10 minuten laten koken
in het water waarin de kandij is opgelost
(verse abrikozen 1 à 2 minuten).
Daarna 48 uur (verse 24 uur) laten staan en
dan de brandewijn erbij doen.
Drie maanden laten staan vóór gebruik.
Limoncello
5 grote citroenen met dikke schil
1 fles wodka
350 g suiker
4,5 dl water
sap van 1 citroen
Borstel de citroenen met een zacht
borsteltje onder de lauwwarme kraan af,
droog ze en schil de citroenen met een
dunschiller af.
Doe de schillen in een weckpot met de wodka,
sluit af en laat minstens een week staan op
een koele donkere plek.
Breng in een steelpan suiker en water aan de
kook,
Voeg het sap van 1 citroen toe
Kook opnieuw 1 minuut en laat vervolgens
afkoelen.
Schenk de siroop bij de wodka met
citroenschillen en laat opnieuw een week op
een koele donkere plek trekken.
Schud zo nu en dan de pot om.
Zeef de alcohol dan door een doekje of
koffiefilter en doe de limoncello in 2
flessen.
Sluit goed af en laat minstens een week voor
gebruik staan op een koele donkere plek.
Bewaar de limoncello bij voorkeur in de
diepvries.
|